De Amsterdamse plaskrul dreigt langzaamaan te verdwijnen uit het straatbeeld. Fotograaf Renzo Gerritsen (30) vindt dat zonde en legde alle 37 overgebleven krullen vast op beeld en in geschrifte. ‘Ik wil alles over de krul vertellen wat er te vertellen is.’

Goed beschouwd is het een smerig, stinkend stukje stad. De openbare pisbakken die, om het wildplassen tegen te gaan, her en der verspreid over de stad, mannen de gelegenheid bieden hun blaas te legen. De donkergroene metalen gebruiksvoorwerpen bepalen al meer dan 140 jaar mede het Amsterdamse straatbeeld. Je merkt de plaskrul, zoals het ding met een mooi woord wordt genoemd, eigenlijk bijna niet meer op als je door de stad fietst, loopt of tramt, zo zijn ze opgegaan in hun omgeving.

Maar o, als ze met hun fikken aan de plaskrul komen

Zoiets dacht fotograaf Renzo Gerritsen (30) toen hij er vier jaar geleden in deze krant een artikel over las. ‘Vaarwel donkergroene Amsterdamse plaskrul’ was de kop. Het stuk ging over het uitsterfbeleid dat de gemeente voert. Defecte krullen worden niet vervangen en als er ergens eentje wordt weggehaald vanwege werkzaamheden wordt de plaskrul niet weer teruggeplaatst. Want het urinoir is niet inclusief genoeg, zegt de gemeente. Ze worden dan vervangen door mvg-toiletten, voor mannen, vrouwen en mindervaliden.”

Soms verdwijnt er een plaskrul na een klacht, zoals bij de Nassaukade. Niet echt nodig, vindt Gerritsen. “Ik heb er natuurlijk ook weleens in gestaan, en ik dacht: wat zonde als dit object uit het straatbeeld zou gaan verdwijnen. Het hoort bij de stad!”

 

 

Zeiken in Amsterdam

Gerritsen, in het dagelijks leven professioneel fotograaf, besloot alle plaskrullen in de stad op beeld vast te leggen. Te zien valt hoe de plaskrul in het stadslandschap staat en wat de interactie met de mens is die er gebruik van maakt.

Gezeik in Amsterdam is de titel van het boek dat hij ervan maakte. Ode aan de krul is de ondertitel. Met de hoeveelheid prachtige foto’s en informatieve tekst in twee talen lijkt een man aan het werk te zijn geweest die alles over de plaskrul naar boven heeft willen halen. Ja,” zegt Gerritsen, gezeten aan een tafeltje in het Volkshotel, helaas niet met uitzicht op een plaskrul. “Er staan er nog maar 38 in de stad. 37 zeg je? Dat staat in het boek? O ja, dat klopt, bij Artis is er dit jaar een weggehaald…”

Eerste plaskrul in 1880

In eerste instantie wilde Gerritsen alleen de krullen fotograferen zoals ze erbij stonden in de stad. “Maar toen merkte ik dat er nog veel meer bij kwam kijken. Die dingen worden schoongemaakt, er wordt onderhoud gepleegd, er is een krul van het depot van de gemeente naar het Openluchtmuseum in Arnhem gebracht. Dat wilde ik allemaal vastleggen. Zo groeide mijn interesse, en dan wil ik ook wel alles over de krul vertellen wat er te vertellen is.”

Bijvoorbeeld dat de eerste plaskrul in 1880 in Amsterdam werd geplaatst. Of dat de krul bij de Westerkerk in 1966 in verband met het huwelijk van prinses Beatrix verwijderd moest worden omdat zo’n urinoir niet ‘in het plaatje’ paste. Of dat de plaskrul is ontworpen door de Dienst Publieke Werken van de gemeente Amsterdam op basis van de gulden snede.

En wist je dat er enkele en dubbele krullen zijn, met en zonder dakje? Of dat er sinds 2017 op de binnenplaats van museum Het Schip een plaskrul staat in de stijl van de Amsterdamse School, ontworpen door Joan van der Mey?

 

Plaskrul Amsterdam Ruysdaelkade openbaar toilet

 

Historische waarde

Toch mist Gerritsen nog wat in zijn eigen boek: “Foto’s van een krul die wordt weggehaald en die niet meer terugkomt. Dat wordt in oktober gedaan in het Oosterpark. Die wordt vervangen door een mvg-toilet.”

Hij vindt het vervangen van de plaskrullen geen idioot plan van de gemeente. “De afgelopen ruim honderd jaar waren er geen openbare toiletten voor vrouwen. Dat had allerlei redenen. Vrouwen deden niet mee aan de maatschappij, en een openbaar toilet voor vrouwen was ontzettend duur. Het is een goed idee dat er meer mgv-toiletten in de openbare ruimte komen.”

Gerritsen wil met zijn boek ook laten zien dat de plaskrul, er stonden er ooit 175 in Amsterdam, niet louter een stinkend object is, waar negatief over gedacht wordt, maar dat er ook veel geschiedenis achter zit.

De plaskrul heeft historische waarde. Als iets langzaam uitsterft raak je eraan gewend, en merk je het niet op als het weg is. Weg is weg. En de krullen komen dan nooit weer terug. Dat is best wel kwalijk, ook als de amsterdammertjes straks verdwijnen, daarvoor geldt eenzelfde uitsterfbeleid. Ik vind het belangrijk dat we leren om dit soort dingen niet zomaar aan de kant te schuiven, maar ook om er een eerbetoon aan te geven… Om de plaskrul uit de anonimiteit te halen, zeg maar.”

Het is alsof Gerritsen praat over een uitstervend dier. Hoewel… “Op de Wallen worden de plaskrullen dagelijks schoongemaakt. Daar staan ze al te dringen als de schoonmaker nog niet klaar is. Ja, er wordt ook in gepoept, dat is de minder fraaie kant van de plaskrul.”

 

Parijs

Fotograaf Renzo Gerritsen: ‘Als Amsterdammer mag je best een beetje trots zijn op de krul.’Beeld Renzo Gerritsen.

 

Trots op de krul

Gerritsen denkt dat als mensen het boek gaan lezen, ze de plaskrul meer gaan waarderen. “Vooral als Amsterdammer. Je mag best een beetje trots zijn op de krul, op hoe ook de krul het stadslandschap bepaalt.”

Gezeik in Amsterdam is een fraai document als de gemeente de plaskrul ooit weer in de stad terug wil plaatsen. “In dit tempo zou het nog 50 jaar kunnen duren voor de laatste krul wordt weggehaald,” zegt Gerritsen. “Maar als de gemeente besluit: we hebben nu voldoende openbare toiletten voor mannen, vrouwen en gehandicapten, dan kunnen ze misschien ook besluiten om alle krullen in één keer weg te halen.” En dan? “Dan ga ik me vastketenen aan de laatste Amsterdamse plaskrul.”

Bestel het boek Gezeik in Amsterdam via de shop.